Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Wie woont en werkt nog in de stad?

De Amsterdamse woningmarkt is de afgelopen jaren minder toegankelijk geworden voor huishoudens met een lager- of middeninkomen. De verwachting is dat ook werkenden in sleutelsectoren als het onderwijs, de zorg en de politie hierdoor steeds moeilijker passende woonruimte kunnen vinden in Amsterdam. Zij behoren namelijk zowel tot de lagere inkomensgroepen, vooral aan de start van hun loopbaan, als tot de middeninkomensgroepen. Niet eerder is echter onderzocht wat dit concreet betekent voor de woon- en werksituatie van deze beroepsgroepen. Verlaten zij de stad? Blijven ze er wonen tegen slechtere voorwaarden? Of blijven ze langer thuis wonen? Wanneer zij de stad verlaten, blijven ze er dan wel werken of verlaten ze ook de Amsterdamse arbeidsmarkt?

In het kader van het onderzoeksproject Wie Woont en Werkt nog in de Stad? uitgevoerd in opdracht van het Kenniscentrum Ongelijkheid, is onderzoek gedaan naar deze ontwikkelingen voor werkenden in het primair onderwijs, de verpleging en bij de politie tussen december 2012 en 2020. De resultaten zijn in drie factsheets samengevat, de belangrijkste conclusies lichten we hieronder toe.

Jonge werkenden basisonderwijs en verpleging wonen steeds vaker buiten de stad

Jonge werknemers (tussen 18 en 40 jaar) in het Amsterdamse primair onderwijs (PO) en in de verpleging hebben gemeen dat zij relatief vaak in de stad wonen (beide 51 procent, tegenover 40 procent gemiddeld onder jonge werkenden) in tegenstelling tot werkenden bij de politie (24 procent). Maar terwijl dit aandeel onder politiemedewerkers stabiel is over de tijd, wonen werkenden in het PO en de verpleging steeds minder vaak in de stad doordat zij hier moeilijker passende woonruimte kunnen vinden. Signalen die hierop wijzen zijn een groeiend aandeel jonge werkenden dat nog thuis woont en een afname van het eigenwoningbezit. Werkenden in de drie sectoren huren net als andere jonge werkenden steeds vaker in de particuliere huursector. Buiten de stad hebben zij meer mogelijkheden op de woningmarkt: Jonge werkenden die buiten de stad wonen hebben veel vaker een koopwoning en wonen een stuk groter dan hun collega’s in de stad. Dit geldt voor werkenden in alle drie de sectoren.

-

Woonlocatie

Het gevolg is dat jaarlijks ongeveer een op de tien jonge werkenden in het Amsterdamse PO en in de verpleging de stad verlaat. Voor werkenden bij de politie is dit ongeveer een op de zeven. Een aanzienlijk deel van deze groep verandert ook van werklocatie, hetzij op het moment van de verhuizing, hetzij in de daaropvolgende jaren. Onder werkenden bij de politie schommelt dit tussen 8 en 14 procent per jaar; in het PO is dit 4 procent en in de verpleging 3 procent. De jonge werkenden die de stad verlaten doen dat meestal tussen hun 25e en 32e, samen met een partner of met partner en kinderen, en verhuizen vaak naar een koopwoning. Deze vertrekkers lijken op zoek naar gezinsvriendelijke woonomgevingen en woningen die ze in de stad zelf moeilijk kunnen vinden.

-

Verhuismobiliteit

Werkenden in de drie sectoren hebben namelijk gemeen dat ze alle drie relatief vaak een gezin hebben. Gezinnen wonen over het algemeen vaker buiten de stad, maar ondanks de afname wonen de gezinnen van werkenden in het PO en de verpleging vergeleken met andere gezinnen nog altijd vaak in de stad. Dit geldt ook voor alleenwonenden en stellen in deze beroepsgroepen. Dit wijst erop dat zij in principe juist in de stad, dicht bij hun werk, willen wonen.

De inkomenssituatie van werkenden in het PO, de verpleging en bij de politie verschilt, met gevolgen voor hun mogelijkheden op de woningmarkt. Waar werkenden in de verpleging relatief vaak in aanmerking komen voor een sociale huurwoning omdat zij een lager huishoudinkomen hebben, behoren werkenden in het PO en bij de politie vaker tot de midden- of hogere inkomens. Werkenden in het PO vallen hierbij het meest tussen de wal en het schip, want hun inkomen is vaak te hoog voor de sociale huur maar te laag om een woning te kunnen kopen in de stad.

Inkomenssituatie van werknemers <40 jaar in Amsterdam

belastbaar individueel inkomenbelastbaar huishoudensinkomenhuishoudensinkomen onder sociale huurgrens
po€ 34.600€ 68.80022%
verpleging€ 28.700€ 55.70040%
politie€ 41.000€ 72.60012%
alle werkenden€ 42.600€ 72.90028%

Bron: CBS microdata, bewerking Wie Woont en Werkt nog in de Stad